
“Zo werd de groei van de binnenlandse consumptie in het eerste kwartaal aanzienlijk neerwaarts bijgesteld en zijn de reële gezinsuitgaven in mei gekrompen, wat erop wijst dat de vraag wat minder weerbaar is dan tot dusver werd gedacht”, zegt Guy Wagner, chief investment officer (CIO) van BLI - Banque de Luxembourg Investments. “In Europa zijn de vertrouwensindexen hersteld door de hoop op een economische versnelling dankzij de forse verhoging van de defensiebudgetten, hoewel de impact op de desbetreffende economische indicatoren voorlopig beperkt lijkt.” In China lijken de overheidssteunmaatregelen een bbp-groeiritme te waarborgen dat de officiële doelstelling van 5% lichtjes overstijgt, ondanks de aanhoudende deflatoire druk en de aanmodderende vastgoedmarkt. De Japanse export naar de Verenigde Staten koelt af door de Amerikaanse invoerheffingen, waardoor het moeilijker wordt economische groei te realiseren.
Amerikaans tarievenbeleid heeft vooralsnog geen weerslag op binnenlandse prijsindicatoren
Het Amerikaanse tarievenbeleid heeft nog geen weerslag gehad op de prijsindicatoren in de Verenigde Staten. Zo steeg de algemene inflatie lichtjes van 2,3% in april naar 2,4% in mei, terwijl de inflatie zonder energie en voeding stabiel bleef op 2,8%. In de eurozone lag de algemene inflatie in juni perfect in lijn met de ECB-doelstelling van 2%, terwijl ze in mei nog 1,9% bedroeg.
ECB: geen nieuwe verlaging depositorente verwacht in juli
Zoals verwacht, heeft de Federal Reserve het monetaire beleid ongemoeid gelaten op de bijeenkomst van juni. Net als op de vergadering in mei bevestigde voorzitter Jerome Powell een afwachtende houding te willen aannemen om te observeren welke van de twee doelstellingen, volledige tewerkstelling of 2% inflatie, het kwetsbaarst zou blijken als gevolg van het tarievenbeleid van de nieuwe regering. In de eurozone is de ECB overgegaan tot de verwachte verlaging van de depositorente met 25 basispunten naar 2%, maar een bijkomende verlaging op de volgende bijeenkomst in juli lijkt niet aan de orde. Voorzitster Christine Lagarde liet optekenen dat de ECB goed gepositioneerd was om het hoofd te bieden aan de onzekerheid in de komende maanden en dat het niet nodig was om te bespreken welke richting het monetaire beleid zou uitgaan, aangezien de huidige inflatie en de vooruitzichten de doelstelling van 2% benaderen.
Eerste tastbare sporen van afname binnenlandse consumptie in Verenigde Staten
Hoewel er een fiscale wet in de pijplijn zit die het Amerikaanse begrotingstekort nog zal laten oplopen, is de Amerikaanse langetermijnrente in juni lichtjes gedaald “met dank aan de inflatiecijfers die nog steeds mild ogen, ondanks de verhoging van de invoerheffingen en de eerste tastbare sporen van een afname van de binnenlandse consumptie”, aldus de Luxemburgse econoom. Niettegenstaande de verlaging van de voornaamste rentevoet van de ECB is de langetermijnrente in de eurozone daarentegen lichtjes opgeveerd. “De steeds steiler wordende Europese rentecurve is een gevolg van de hoop op een stevigere economische herleving in de komende jaren.”
S&P 500 zet nieuw record neer
De aandelenmarkten deden het goed in juni. De meeste beurskoersen blijven stijgen sinds de zwakte na de 'Liberation Day' begin april. Guy Wagner: “De meeste indexen hebben een duwtje in de rug gekregen, nu er sinds de uitwerking van een onderhandelingskader tussen de Verenigde Staten en China minder angst heerst over de invoerheffingen en vanwege het aanhoudende optimisme over het thema artificiële intelligentie.” De beperkte groei van de index MSCI All Country World Net Total Return in euro met slechts 1,1% is voornamelijk te wijten aan de zwakte van de Amerikaanse dollar. Op geografisch vlak liet de Amerikaanse S&P 500 5,0% groei optekenen in USD om de maand af te sluiten op een nieuw historisch recordniveau. Enkel de Stoxx 600 Europe heeft niet deelgenomen aan de stijging. “Op sectorniveau zetten technologie, communicatiediensten en energie de beste resultaten neer, terwijl gezondheidszorg, vastgoed en basisconsumptiegoederen achterop hinkten.”