
Sinds de Grote Financiële Crisis is elke daling van de beurs een koopkans gebleken. Met dank aan de Fed-put en aan een horde nieuwe beleggers die het woord risico in “risicopremie” lijken te zijn vergeten. Mister Market zal hen vroeg of laat tot andere inzichten brengen.
De beurscorrectie volgend op Liberation Day van 2 april was na een paar weken al terug weggewerkt. Met de nodige zin voor ex-post rationalisatie, worden allerlei fundamentele redenen gezocht, soms uit de duim gezogen, om het snelle beursherstel goed te praten. Trump heeft zijn staart ingetrokken, kijk we hebben hier en daar al een akkoord over de tarieven, de bedrijfswinsten vallen best mee, Jay Powell mag onafhankelijk blijven en ga zo maar door. Feit is dat de onzekerheid is toegenomen. Trump blijft zich immers gedragen als een ongeleid projectiel.
Wie hogere onzekerheid zegt, zegt hoger risico en hogere risicopremie. Feit is ook dat de Amerikaanse rente de hoogte is ingeschoten – de 30-jaarsrente flirt met de grens van 5 procent. Wie hogere risicopremie en hogere rente na elkaar zegt, zegt hogere actualisatievoet. En dus lagere beurskoersen, in elk geval lager dan deze aan de vooravond van Liberation Day.
Indien fundamentele factoren een beursherstel niet kunnen verklaren, blijven enkel liquiditeitsflows. Wie deze onder de loep neemt, ziet een fenomeen dat sinds de Grote Financiële Crisis een vast patroon heeft aangenomen, dat daarenboven gestaag lijkt te versterken. Een groeiende horde retail beleggers stort zich op de aandelenmarkt bij elke dip. Beurshuis Charles Schwab opende in de eerste helft van april twee tot drie keer zoveel effectenrekeningen als normaal. JP Morgan becijferde dat Amerikaanse retail beleggers in april netto 40 miljard aandelen hadden gekocht, de grootste maandelijkse instroom ooit.
Een rondvraag van zakenkrant De Tijd bij Belgische beurshuizen wees uit dat retailbeleggers zich evenmin onbetuigd lieten. Bij Saxobank België verdubbelde in april het aantal nieuwe klanten die hun eerste transactie uitvoerden. Als het hun eerste transactie was, kon het natuurlijk enkel een kooptransactie zijn. Ze hielden blijkbaar hun buskruit droog, de vinger aan de trekker, hoopvol uitkijkend naar de eerstvolgende beursdip, spannend allemaal! En inmiddels weer winstgevend, wat het geloof in buy-the-dip nog maar eens heeft versterkt.
Slim of dom?
De vraag moet worden gesteld of we hier bewijs zien van slimme dan wel van domme retailbeleggers. Retailbeleggers blonken traditioneel uit in sell-the-dip en buy-the-top. Bij de eerste beurscorrectie liepen ze in drommen naar de uitgang van het beursgebouw, om pas terug te keren nadat de beurs een nieuw record had neergezet.
Nu lopen ze massaal naar de ingang wanneer de beurs een klap heeft gekregen. Opvallend is dat professionele beleggers, traditioneel beschouwd als het “slimme geld”, aan de kant zijn blijven staan. Barron’s berichtte op 2 mei op basis van zijn Big Money poll dat Amerikaanse vermogensbeheerders meer bearish zijn dan wat ze ooit zijn geweest sinds 1997: 32 procent ziet de beurs de komende 12 maanden dalen. Zijn zij dan het nieuwe “domme geld”?
Het internet en initiatieven zoals de “Fire beweging” (Financial Independence Retire Early) hebben gezorgd voor financiële educatie die voorheen onbestaande was. Vooral jonge beleggers lijken ervan te hebben geprofiteerd. Jonge beleggers zijn fan van de aandelenmarkt als fundament van vermogensopbouw. Zo bekeken zijn ze slim, wellicht slimmer dan de oudere generatie beleggers, of beter, van niet-beleggers.
Maar in tegenstelling tot de oudere generatie beperkt hun beurservaring zich tot het tijdvak sinds de Grote Financiële Crisis, dat hen heeft “geleerd” dat elke beurscorrectie een koopopportuniteit is. De centrale banken stonden immers steeds klaar om de economie en de financiële markten te hulp te schieten met lagere beleidsrentes en Quantitative Easing, de ‘Fed-put’ genoemd. En wanneer dat niet volstond, zoals tijdens Covid, was Vadertje Staat gul met fiscale stimuli. Je zou voor minder geconditioneerd worden, als de hond van Pavlov, om je op de aandelenmarkt te storten wanneer het belletje van een beurscorrectie rinkelt.
Kuddegedrag
Zolang er voldoende financiële ammunitie is, kan koop-de-dip lonend blijven. Maar zoals steeds draagt kuddegedrag op de beurs de kiem van zijn eigen ondergang. Toen de Amerikaanse overheidsschuld op vrijdag 16 mei zijn laatste AAA-rating verloor, daalde de S&P500 met 1 procent. Dat was blijkbaar reden genoeg voor de Amerikaanse retailbeleggers om zich op maandag 19 mei massaal op aandelen te storten, als honden op een stuk spek. Ze kochten in de ochtendsessie netto voor 4,1 miljard dollar aandelen, een nieuw historisch record.
Dit soort gedrag helpt je te begrijpen waarom de Amerikaanse beurs zo hardnekkig de wetten van de zwaartekracht lijkt te blijven tarten, door aan een merkwaardig hoge koers-winstverhouding te blijven noteren in een periode van geopolitieke chaos. Het feit dat de koop-de-dippers een blinde voorkeur hebben voor trackers op de S&P500 is er zeker schatplichtig aan. Ken Fisher, van het gelijknamige Fisher Investments, noemde de beurs ooit ad rem ‘The Great Humiliator’.
Wanneer te veel beleggers de eerste helft van het woord “risicopremie” vergeten, zal de beurs onvermijdelijk naar forse niveaus van overwaardering worden gestuwd. Waarna de Grote Correctie even onvermijdelijk is. Wie systematisch naar de ingang loopt van het beursgebouw wanneer de eerste rook door de ramen komt, in de gedachte dat het weer barbecue-tijd is, krijgt vroeg of laat een brandend gebinte op zijn hoofd.
Jan Longeval is een van de keynote-sprekers tijdens Portfolio Day op 11 juni in Brussel. U kunt zich nog aanmelden voor dit event.
Jan Longeval is oprichter van Kounselor Consulting en daarnaast adjunct professor bij de Finance Vlerick Business School. Hij schrijft maandelijks als beleggingsexpert voor Investment Officer.