Werner Schouten
Column

Stop de VS-look-a-like-contest

Begin december presenteerde voormalig ASML-CEO Peter Wennink zijn ‘Nederlandse Draghi-rapport’ over de toekomstige welvaart van Nederland. Nederland moet volgens Wennink flink bijsturen en strategisch investeren om economisch relevant te blijven en onze welvaart op peil te houden.

Voor de formule voor onze toekomstige welvaart kijkt Wennink likkebaardend naar de Verenigde Staten. Hij schetst een land met klinkende economische groeicijfers, sterk groeiende arbeidsproductiviteit, florissante financiële rendementen, durfkapitaal dat tegen de plinten klotst, goedkope (fossiele!) energie en techgiganten om trots op te zijn.

Niet geheel verrassend doen zijn voorstellen voor de toekomstige welvaart van Nederland dan ook denken aan een VS-look-a-like-contest: lagere belastingen, minder sociale zekerheid, een verlaging van de regeldruk, meer flexibiliteit van arbeid, minder milieuwetgeving en meer goedkope energie.

Make GDP great again! Yes we can!

Voor Nederland en de EU is dit echter een wedstrijd die we niet moeten willen winnen. Het zijn namelijk precies deze maatregelen die zagen aan de stoelpoten van datgene waar Europa wél in excelleert: economische groei combineren met een hoge brede welvaart.

Want ondanks de sterke financiële groei in de VS kun je als gemiddelde inwoner nog altijd beter in de EU wonen dan in de VS. Zo is de levensverwachting in de EU structureel hoger – de laatste jaren daalt deze voor het eerst in een halve eeuw zelfs in de VS.

Daarnaast is door de enorme inkomensongelijkheid Jan modaal beter af in Europa dan in de VS. Ook op het gebied van veiligheid, klimaatimpact en grondstofgebruik wint de EU het van de VS.

Met zijn VS-tunnelvisie op productiviteit en economische groei ondermijnen de voorstellen dus precies datgene wat Wennink beoogt te bereiken met zijn voorstellen: de toekomstige welvaart.

Het leidt namelijk tot groei om de groei. Ongerichte groei die alle kanten op woekert. Stevig gesubsidieerde groei die in toplagen neerdaalt. Groei die krapte eerder vergroot dan verkleint, op het gebied van ruimte, de arbeidsmarkt, het elektriciteitsnet en de milieuruimte. Groei die leidt tot hogere maatschappelijke kosten waar de overheid en samenleving vervolgens de prijs voor betalen.

Een treffend voorbeeld hiervan is de voorgestelde AI-Gigafabriek. Terwijl Wennink de negatieve effecten van netcongestie niet voldoende kan benadrukken, stelt hij drie hoofdstukken verderop voor om een AI-Gigafabriek te bouwen die meer energie slurpt dan de gehele stad Amsterdam.

De sleutel voor onze toekomstige welvaart en ons vestigingsklimaat ligt dan ook niet in het klonen van Amerikaans beleid maar in het benutten van onze eigen kracht. Door méér richting te geven aan de economie en een speelveld te creëren waarin we niet alleen streven naar maximale economische groei maar óók maximaal maatschappelijk rendement.

Dit kan door bijvoorbeeld markten te creëren voor Europese duurzame producten die essentieel zijn voor onze brede welvaart, zoals voor groen staal en waterstof. Als die markten er zijn, komt de innovatie, de groei en dus de welvaart namelijk vanzelf. Zo hebben de stringente Europese standaarden voor de uitstoot van brandstofauto’s tot meer doorbraaktechnologieën, stevige innovatie én gezondheidsbaten geleid dan veel subsidieprogramma’s ooit hebben gedaan.

Ook een sterke inzet op levensduurverlenging en een slimme circulaire economie past in deze strategie (en ontbreekt in het rapport van Wennink). Als we koelkasten, wasmachines en telefoons weten te maken die twee keer zo lang meegaan, creëren we immers dubbel zoveel welvaart op hetzelfde koopkrachtniveau en met dezelfde hoeveelheid grondstoffen. Een gouden greep voor de toekomstige welvaart!

Laten we onszelf dus niet verleiden in een race naar de bodem die we niet kunnen winnen, maar laten we bouwen aan spelregels die winst én brede welvaart combineren.

Werner Schouten is directeur van de Impact Economy Foundation en schrijft maandelijks voor Investment Officer over de economische keuzes achter grote maatschappelijke vraagstukken, en de rol van kapitaal en beleid daarin.