Dit artikel wordt u aangeboden door Franklin Templeton Investments.

Franklin Templeton - ESG-factoren voor wereldwijde obligaties: Focus op India

Franklin Templeton - ESG-factoren voor wereldwijde obligaties: Focus op India

"Volgens ons dienen alle macro-economische analyses en beleggingsstrategieën, gericht op prestaties op basis van fundamentals, op lange termijn rekening te houden met ESG-factoren en dient dit als grondslag van de analyse." – Michael Hasenstab, CIO Templeton Global Macro.

Binnen de financiële wereld is men de jongste tijd veel meer aandacht gaan besteden aan milieu-, sociale en governance (ESG) factoren bij het nemen van beleggingsbeslissingen.

Ook binnen soevereine overheden is de interesse toegenomen en dat benadrukt het effect van ESG op macro-economische prestaties. Dat zou geen verrassing mogen zijn. Economen en historici erkennen en bespreken het belang van milieufactoren en van maatschappelijke en politieke instellingen voor de langetermijnontwikkeling van landen al geruime tijd.

Volgens ons dienen alle macro-economische analyses en beleggingsstrategieën gericht op prestaties op basis van fundamentals op lange termijn rekening te houden met ESG-factoren, en dit als grondslag van de analyse. ESG bekijkt het potentieel van een economie als beleggingsbestemming en de duurzaamheid van die belegging. Sectoronderzoek ondersteunt niet enkel de doeltreffendheid van het opnemen van ESG-analyse1, we zijn ook tot het besluit gekomen dat het een essentieel onderdeel is van ons researchproces.
Drie dingen om te overwegen:

  1. De kwaliteit van governance en van politieke en economische instellingen speelt een cruciale rol voor macro-economische prestaties, in het bijzonder in opkomende en frontier markten.
  2. Sociale omstandigheden oefenen een uiteenlopende invloed uit op maatschappelijke thema’s, zoals stabiliteit en de beleidsmix, terwijl ze ook een rechtstreekse invloed hebben op de macro-economische ontwikkelingen van een land via het concurrentievermogen en de efficiëntie. Hoewel vele sociale factoren een invloed uitoefenen op het groeipotentieel op lange termijn, kunnen zij ook een grote impact hebben op korte termijn.
  3. Milieufactoren spelen ook een belangrijke rol, zeker in opkomende en frontier markten, die vaak een minder strenge regelgeving hebben en minder mogelijkheden en middelen hebben om hieraan het hoofd te bieden. Niet-duurzame praktijken en vervuiling kunnen leiden tot maatschappelijke onrust en de opruimingskosten kunnen het economische groeipotentieel fnuiken.

Al deze factoren combineren en ze samenbrengen binnen een traditionele economische beoordeling van het groeipad en het potentieel van een land, is hoegenaamd geen eenvoudige taak. Wij hebben gekozen voor een rigoureuze en systematische benadering, waarbij we ons eigen Templeton Global Macro ESG index (TGM-ESGI) hebben ontwikkeld. Hiermee kunnen we ESG-inputs kwantificeren en een brede waaier aan landen met elkaar vergelijken.

Wij geloven dat onze benadering drie sterke punten heeft: (1) ze heeft een allesomvattend perspectief, gebaseerd op een zorgvuldige selectie van een brede waaier aan kwalitatieve indicatoren, samen met de inbreng van ons intern onderzoek; (2) ze biedt een synthetische graadmeter die de verschillende dimensies combineert in één enkele cijferscore die het mogelijk maakt om landen met elkaar te vergelijken; en (3) ze heeft een vooruitkijkende dimensie die gebaseerd is op op de voorspellingen van veranderende ESG-factoren van onze analisten. Wij denken dat ze hierdoor krachtiger is dan alternatieve benaderingen die steunen op slechts enkele indices die niet met elkaar in verband staan en louter een momentopname zijn van de huidige omstandigheden.

Landenrangschikkingen

Ons onderzoek toont aan dat, zoals verwacht, ontwikkelde landen2 hogere ESG-scores behalen; ontwikkelde landen behalen een gemiddelde score van 8,2 in vergelijking met 4,9 voor de opkomende markten. We zien ook dat ESG sterk samenhangt met bruto binnenlands product (bbp) per capita. De relatie tussen die twee indicatoren lijkt exponentieel te zijn; de gunstige invloed van een sterkere ESG-prestatie op het inkomen neemt toe naarmate de score stijgt.

We dienen op te merken dat, zeker bij hogere bbp per capita niveaus, de relatie tot ESG zelfversterkend wordt, in plaats van louter een eenzijdig causaal verband. Zoals we al eerder zeiden, ondersteunen sterke bestuursinstellingen, maatschappelijke cohesie en duurzaam milieubeleid de economische groei en hogere inkomensniveaus. Tezelfdertijd kunnen landen naarmate zij rijker worden meer investeren in hoogstaande infrastructuur, meer belang toekennen aan milieuduurzaamheid, en een goed opgeleide middenklasse ontwikkelen die betere maatschappelijke en politieke instellingen eist.

ESG-factoren evolueren constant, en zoals we aan het begin al zeiden, is een groot voordeel van onze TGM-ESGI de vooruitblikkende component. Onze analisten verwachten enkele belangrijke verschuivingen bij ESG-factoren in heel wat landen. In sommige gevallen zullen zij verbeteren, in andere verslechteren.

De landen waarvan we denken dat de ESG-factoren zullen verbeteren, vinden we vooral in de opkomende markten. We zien daarentegen dat de TGM-ESGI verslechtert in verschillende geavanceerde economieën, met name Europa en Japan. De opkomende markten, die vertrekken van een lagere gemiddelde score, hebben uiteraard meer ruimte om te verbeteren; het feit dat sommige geavanceerde economieën naar verwachting zullen achteruitgaan heeft ook te maken met de geleidelijke convergentie die we gezien hebben tussen de geavanceerde en opkomende economieën op het vlak van economische prestaties en belang voor de wereldeconomie.

Case Study: India, het tij keert

India heeft lang een enorm economisch potentieel gehad, maar na zijn onafhankelijkheid van Groot-Brittannië heeft het land zich afgesloten van de wereldhandel en investeringsstromen ten gunste van een naar binnen gericht groeimodel voor importsubstitutie. Dit ging gepaard met zware overheidsinterventies en -reguleringen in het kader van het "License Raj"-systeem, dat het concurrentievermogen verzwakte door bureaucratie en strenge arbeidswetten. De regering onderbetaalde de overheidsambtenaren en overbelastte de bevolking, waardoor systematisch openbare corruptie en belastingontduiking ontstonden.

Dit heeft geleid tot een van de laagste belastingsinningspercentages ter wereld, een zwakke industriele sector en een gebrek aan basisinfrastructuur. India geldt ook consequent als een van de meest corrupte landen, met een toppositie in Azië in het meest recente onderzoek van Transparency International. Met een gehinderde binnenlandse economie en barrières die externe activiteit blokkeren, werd de snelle bevolkingsgroei van de natie een uitdaging eerder dan een voordeel. Een zwak onderwijsstelsel (met als opvallende uitzondering India's elite technologie- en managementinstituten) en het onvermogen van de economie om banen te scheppen resulteerden in een hoog analfabetisme- en werkloosheidspercentage. In vergelijking met andere jonge bevolkingen presteert India duidelijk slechter op het gebied van onderwijs, arbeidsparticipatie en jeugdwerkloosheid. India scoort relatief goed alleen op geschoolde arbeid, wat de omvang van de ongelijkheid benadrukt.

In 2014 werd Narendra Modi verkozen tot premier in het kader van een campagne voor economische ontwikkeling. Hij heeft aangedrongen op privatisering en liberalisering van de economie, arbeidshervorming en corruptiebestrijding. In de zomer van 2017 is een nationale goederen- en dienstenbelasting (GST) ingevoerd om de belastingsinning te stroomlijnen. De regering heeft ook de dieselprijzen gedereguleerd om de subsidie-uitgaven te verminderen en is begonnen met het proces om hetzelfde te doen met aardgas. Andere belangrijke hervormingen waren onder meer de vereenvoudiging van de procedures voor bedrijfsvergunningen en faillissementen en de openstelling van binnenlandse sectoren voor buitenlandse investeringen. Als gevolg hiervan steeg India in 2017 met 30 plaatsen in de Doing Business Index van de Wereldbank. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt op gebieden als de toegang tot krediet, het betalen van belastingen en het oplossen van insolvabiliteit. Buitenlandse investeerders hebben het opgemerkt: het uitstekende institutionele eigendom van de Indiase schuld is tijdens de looptijd van Modi meer dan verdubbeld.

De uitdagingen in India zijn nog steeds talrijk. Hoewel een betere toegang tot krediet en een vriendelijker ondernemingsklimaat de binnenlandse activiteit waarschijnlijk zal doen toenemen, moet de overheid het concurrentievermogen van de arbeid verbeteren en ervoor zorgen dat het onderwijs aansluit bij de vraag naar werk. Ondanks de inspanningen van de overheid blijft de productie-industrie zeer klein, maar zij moet groeien om meer arbeidskrachten te kunnen opnemen. Er blijft ook een hoog niveau van oninbare vorderingen binnen het bankstelsel bestaan dat moet worden aangepakt. Veel van deze vraagstukken houden nauw verband met ESG-factoren als menselijk kapitaal, arbeid, demografie en beleidsmix. We hebben er echter vertrouwen in dat India onder het huidige regime vooruitgang zal boeken bij het aanpakken van deze uitdagingen.

Besluit

Bij vastrentende beleggingen is men ESG-factoren stilaan gaan beschouwen als indicatoren van economische prestaties met toegevoegde waarde; een toenemend aantal portefeuillebeheerders en beleggingsspecialisten begint nu een bepaalde vorm van ESG te integreren in hun beslissingsproces. We beschouwen ESG al geruime tijd als een bijzonder belangrijke tool om economische prestaties op lange termijn te beoordelen, en bij uitbreiding de vooruitzichten voor de waarde van staatsschuld. De componenten ervan sluiten immers naadloos aan bij onze analytische benadering op basis van politieke en macro-economische fundamentals. We belichten onze rigoureuze benadering van ESG, op basis van onze eigen TGM-ESGI, dat een uitgebreide set graadmeters bevat om landen gemakkelijker met elkaar te vergelijken, samen met een vooruitblikkende component die gebaseerd is op de eigen expertvisies van onze analisten. De index correleert met macro-omstandigheden en kan fungeren als een belangrijke indicator voor belangrijke verschuivingen van de prestaties van de economie en activaprijzen.

1. Bron: Verenigde Naties’ PRI, “Sovereign Bonds: Spotlight on ESG Risks,” 2013.
2. Als gedefinieerd door het International Monetair Fonds (IMF’s) lijst van geavanceerde economieën 2017.

Voor meer informatie, consulteer de volledige paper, of ga naar www.franklintempleton.be.

Belangrijke informatie

© 2018. Franklin Templeton Investments. Alle rechten voorbehouden.

Dit materiaal is enkel bedoeld ten titel van informatie en niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of aanbeveling of aanzetting tot het aankopen, verkopen of aanhouden van effecten of om een bepaalde beleggingsstrategie aan te nemen. Dit omvat ook geen juridisch of fiscaal advies.

De meningen die geuit worden zijn diegene van de beheerder en de commentaren, opinies en analyses zijn die op het moment van de publicatiedatum en kunnen veranderen zonder voorafgaande mededeling.

De informatie in dit materiaal is niet bedoeld als een volledige analyse van elk materieel feit omtrent om het even welk land, welke regio of markt. Alle beleggingen omvatten risico’s, inclusief verlies van kapitaal.

Gegevens van derde partijen zouden kunnen gebruikt zijn ter voorbereiding van dit materiaal en Franklin Templeton Investments (“FTI”) heeft deze gegevens op zich niet nagekeken, gevalideerd of onderworpen aan een audit. FTI aanvaardt onder geen beding aansprakelijkheid voor om het even welk verlies door het gebruik van deze informatie en het afgaan op de commentaren, opinies en analyses in dit materiaal is enkel naar goeddunken van de gebruiker.
Uitgegeven door Franklin Templeton International Services, S.à r.l. Belgisch bijhuis – Onder supervisie van de Commission de Surveillance du Secteur Financier - Marnixlaan 28, 1000 Brussel – Tel.: +32 2 289 62 00 - Fax: +32 2 289 62 19