Dit artikel wordt u aangeboden door AXA IM.

AXA IM: Waarom ESG-ratings genuanceerder moeten worden

Simon Young, portefeuillebeheerder Britse aandelen

Auteur: Simon Young, portefeuillebeheerder Britse aandelen

De reputatie van bedrijven op het gebied van milieu, maatschappij en deugdelijk bestuur (ESG) wordt veel kritischer bekeken dan ooit. Gezien de potentiële merkschade als gevolg van controversieel gedrag, overheidsmaatregelen die beter beleid afdwingen, en de enorme geldstromen op dit gebied, kunnen bedrijven het zich eenvoudigweg niet veroorloven om ESG-aspecten te negeren. Als het goed wordt gedaan, kunnen alle belanghebbenden er baat bij hebben. Helaas is het niet altijd duidelijk welke gegevens voorgelegd moeten worden en laat de ESG-score soms veel te wensen over.

Veel bedrijven houden al lang rekening met het milieu in hun bedrijfsmodellen, hoewel ze daar misschien niet zo uitgebreid over hebben bericht als vandaag de dag het geval is. Sommige managementteams vertelden ons zelfs dat ze bewust vermeden om al te gedetailleerd op projecten in te gaan uit angst dat hun concurrentievoordeel daardoor zou afnemen of omdat hun eigen klanten anonimiteit verlangden. Maar door de toenemende macht van ESG-ratingbureaus is het voor bedrijven belangrijker geworden om hun ESG-performance openbaar te maken in plaats van te verhullen.

De opkomst van ratings

Net zoals kredietbeoordelingsbureaus de financiële verslagen van een bedrijf analyseren, benutten ESG-ratingbureaus gegevens over de activiteiten van een bedrijf om een ESG-score toe te kennen aan de handelwijze van een bedrijf.

Van bedrijven wordt in toenemende mate verwacht dat zij rapporteren over een veelheid aan ESG-gegevens, in veel gevallen meer dan honderd. Het sleutelwoord hier is ‘verwacht’. Er zijn geen vaste regels die voorschrijven welke gegevens gerapporteerd moeten worden en vaak gaat het evenzeer om kwalitatieve als kwantitatieve gegevens. Bedrijven moeten het dikwijls aan hun aandeelhouders, adviseurs en ESG-ratingbureau vragen om erachter te komen. Voordat je het weet, laat je cruciale gegevens weg als er geen vast kader is.

Het verstrekken van onvolledige ESG-gegevens, de verkeerde statistieken of het helemaal weglaten van gegevens leidt vaak tot een slechte ESG-score. BP en Shell publiceren jaarlijks elk een duurzaamheidsverslag van meer dan honderd pagina’s, waarvoor enorme hoeveelheden gegevens en een grote inzet van mensen nodig zijn. Relatief gezien benadeelt dit kleinere, minder goed uitgeruste bedrijven die niet over de financiële middelen beschikken om een leger ESG-specialisten aan het werk te zetten die hun duurzaamheidsvorderingen inventariseren, vergelijken en openbaar maken. Het onbedoelde gevolg kan zijn dat duurzame investeringen worden geconcentreerd in bedrijven met een grotere marktkapitalisatie.

De kracht van engagement

Engagement is één van de manieren waarop actieve beleggers bedrijven kunnen helpen. Dit kan zo eenvoudig zijn als het aanbieden van een objectief standpunt over een beloningskwestie, maar kan ook meer inhouden wanneer we van mening zijn dat het tempo van verandering bij een onderneming trager is dan wenselijk. In weer een ander scenario kunnen een reeks bijeenkomsten plaatsvinden om problemen te bespreken, met als doel een stappenplan op te stellen dat voor beide partijen aanvaardbaar is. Belangrijk is dat engagement niet als iets negatiefs wordt opgevat. Wij stellen vast dat de overgrote meerderheid van de bedrijven maar al te graag bereid is om over ESG-kwesties te praten, omdat ze hun inzicht in het ESG-landschap willen verbeteren en hun eigen transformatie willen bevorderen.

Een voorbeeld is Games Workshop. Dit bedrijf doet het in diverse opzichten financieel uitstekend, maar scoort minder goed op milieuperformance. Wij hebben met het management gesproken over de inspanningen van het bedrijf om meer gerecycled materiaal in zijn verpakkingen te verwerken en over de expliciete uitvoering van een groen beleid. Bemoedigend is dat het bedrijf in zijn nieuwe magazijn nabij Nottingham (VK) een speciale recyclingfaciliteit heeft ondergebracht, die plastic- en kartonafval kan sorteren en recyclen. Het bedrijf onderzoekt ook of een soortgelijke faciliteit haalbaar is in zijn magazijn in Memphis (VS). Games Workshop heeft zich ertoe verbonden de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en is overgestapt op hernieuwbare energie voor hoofdkantoor en de primaire productielocaties, en heeft energiebesparende verlichting geïnstalleerd. Wij zijn ervan overtuigd dat Games Workshop over een uitstekende track record beschikt, zowel financieel als op het vlak van ESG, maar omdat het bedrijf zijn initiatieven niet luid heeft verkondigd, hebben ratingbureaus het niet dienovereenkomstig beoordeeld.

Wij zijn een soortgelijk engagementtraject ingegaan met Rotork, een wereldwijd vooraanstaande producent en leverancier van actuatoren die worden ingezet voor de regeling van processtromen. De helft van de inkomsten van de groep komt uit koolstofintensieve industrieën. Wij zijn met het bedrijf in gesprek gegaan om meer inzicht te krijgen in de plannen van de groep om de transitie naar bronnen van hernieuwbare energie te bevorderen. Wij menen dat de onderneming goed gepositioneerd is en investeert in nieuwe producten, waarbij koolstofvrije brandstoffen zoals waterstof en koolstofbeperkende strategieën zoals koolstofopvang worden toegepast. Toch vinden wij dat de onderneming meer kan doen aan haar relatief grote afvalstromen naar stortplaatsen en daarnaast verdergaande doelen voor CO2-beperking zou moeten vaststellen voor de eigen activiteiten.

Gezond verstand

Het lijdt weinig twijfel dat de toegenomen aandacht voor het ESG-profiel van bedrijven tot een verbetering van het ondernemingsgedrag heeft geleid. In de afgelopen tien jaar zijn we getuige geweest van een toename van het aantal vrouwelijke bestuurders in de raden van bestuur van beursgenoteerde Britse bedrijven, van een veel breder besef van de noodzaak om (eerder) naar koolstofemissiedoelen van nul te gaan en van verbeterde arbeidsnormen. Dit zijn slechts drie voorbeelden, maar het positieve effect is wijdverbreid.

Toch is er nog ruimte voor verbetering. In het verlangen om bedrijven te rangschikken naar ESG-score, lijkt het gezonde verstand soms vergeten te worden. De mogelijk twee grootste problemen van deze tijd zijn de koolstofuitstoot en het waterverbruik. Water wordt in vele delen van de wereld een steeds schaarsere hulpbron en bedrijven proberen de efficiëntie waarmee ze water winnen en verbruiken, te verhogen. De berekening van de waterintensiteit is echter niet altijd even eenvoudig.

Een vaak gehanteerde methode om de waterintensiteit te meten, is het verbruik van kubieke meter water per eenheid inkomsten van een bedrijf. Hoe meer water een bedrijf verbruikt per eenheid inkomsten, hoe hoger de intensiteit. De eenvoudige conclusie is dat hoe hoger de score, hoe slechter het bedrijf op dit punt scoort.

Maar waarom wordt het waterverbruik berekend in verhouding tot de inkomsten? Neem bijvoorbeeld Severn Trent, waarvan de hoofdactiviteit de levering van schoon water is. Severn Trent zuivert en levert twee miljard liter drinkwater per dag aan haar klanten. Het gemiddelde huishouden betaalt slechts 1 pond per dag voor zijn water.[1] Hoewel de waterintensiteit van Severn Trent dus aanzienlijk hoger is dan die van andere bedrijven, geloof ik niet dat dit een slechte zaak is – eerder het tegendeel is het geval.

Evenzo wordt koolstofintensiteit vaak gemeten met dezelfde rekenmethode als die voor de waterintensiteit. Als een bedrijf zijn prijzen (blijvend) met 10% verhoogt, daalt de koolstofintensiteit van dat bedrijf nominaal met 9%. Toch produceert het bedrijf nog altijd dezelfde absolute hoeveelheid koolstof. Over in slaap sussen gesproken: een vals gevoel van veiligheid!

Wil je de geboekte vooruitgang kunnen opvolgen, dan moeten bedrijven de uitgangswaarden van hun waterconsumptie/-verbruik en koolstofemissies meten en bekendmaken. Aan de hand daarvan kunnen we dan de verbeteringen in de loop van de tijd opvolgen, rekening houdend met veranderingen in de bedrijfsmix. Zoals altijd moeten doelstellingen worden vastgesteld met een flinke dosis gezond verstand.

Koppeling van beloning van bestuurders aan ESG is misschien niet het antwoord

Een telkens terugkerend gespreksonderwerp onder veel belanghebbenden is hoe het tempo van verandering op het gebied van milieu- en sociale kwesties kan worden verhoogd. Eén manier die vaak wordt aangeprezen is via de beloning van bestuurders. Als we echter te veel variabelen koppelen aan de beloning van bestuurders, bestaat het gevaar dat sommige doelen prioriteit krijgen, wat ten koste kan gaan van het bedrijf in het algemeen.

Een recent voorbeeld is een in de FTSE 350 opgenomen leverancier van consumentengoederen. De variabele beloning van het management werd deels bepaald door vergroting van het marktaandeel in kernmarkten. Groei van het marktaandeel in kleine en marginaal winstgevende kernmarkten woog echter even zwaar als de vergroting van het marktaandeel in veel grotere en meer winstgevende markten. Door prioriteit te geven aan vergroting van het marktaandeel in kleinere markten, kreeg het management de volledige bonus toegekend in deze categorie, ondanks het verlies van marktaandeel en een daling van de winst. Het is duidelijk dat een groot aantal doelstellingen zich niet altijd vertaalt in beter ondernemingsgedrag of betere resultaten.

Het was dan ook verfrissend om te lezen dat een remuneratiecommissie de voorkeur gaf aan eenvoud boven complexiteit bij de implementatie van een variabele beloningsregeling voor het management.

“De commissie merkt op dat ons beloningsbeleid afwijkt van dat van veel andere bedrijven binnen de FTSE. Dit hangt samen met onze overtuiging dat onze bedrijfscultuur een hoge performance van onze managers en collega’s bevordert en dat de gebruikelijke complexe incentiveprogramma’s onbedoelde gevolgen kunnen hebben en meer kwaad dan goed kunnen doen.”

Juist!

De toegenomen aandacht van beleggers voor ESG levert tastbare resultaten op, vooral een verbetering van het duurzaamheidsbesef van beursgenoteerde bedrijven. Bedrijven meten hun koolstofuitstoot en introduceren programma’s om hun ecologische voetafdruk mettertijd te verkleinen. Dit is ongetwijfeld goed nieuws. Beleggers moeten zich echter wel in de cijfers verdiepen in plaats van ze klakkeloos aan te nemen. De ESG-score van een bedrijf, of die nu goed of slecht is, moet het uitgangspunt zijn voor verdere analyse en, indien nodig, engagement. Voor fondsbeheerders is een grote rol weggelegd bij de totstandkoming van toekomstig ESG-beleid. Daarom moeten wij ervoor zorgen dat onze analyse en methodologie zijn afgestemd op het beoogde doel.

Alle genoemde aandelen/bedrijven zijn uitsluitend bedoeld als toelichting/illustratie. Ze moeten niet worden opgevat als een beleggingsadvies of een aanbeveling van AXA IM.

Dit artikel is uitsluitend bedoeld voor professionele klanten in de zin van EU-richtlijn Markets in Financial Instruments (2014/65/EU MIFID Richtlijn) en mag niet worden overhandigd aan particuliere beleggers. Dit artikel wordt gebruikt voor informatieve doeleinden en vormt, vanwege AXA Investment Managers, geen aanbod om te kopen of verkopen, noch een beleggingsvoorstel of een beleggingsadvies. De in dit artikel vervatte meningen, ramingen en vooruitzichten kunnen subjectief zijn, mettertijd veranderen of zonder voorafgaande kennisging worden gewijzigd. Ondanks de getroffen voorzorgsmaatregelen, kan geen enkele waarborg (inclusief de aansprakelijkheid jegens derden), expliciet of impliciet, worden geboden met betrekking tot de juistheid, betrouwbaarheid of volledigheid van de informatie in onderhavig artikel. De potentiële belegger mag zijn beleggingsbeslissing in geen geval baseren op dit document, aangezien het onvolledig is en onvoldoende informatie bevat voor een goede besluitvorming. Voorafgaand aan elke inschrijving, raden we de beleggers aan kennis te nemen van het KIID en het prospectus. Dit document werd uitgegeven door AXA Investment Managers nv, een vennootschap opgericht onder de wetten van Frankrijk, met zetel in Tour Majunga, La Défense 9 – 6 place de la Pyramide – 92800 Puteaux, ingeschreven in het handelsregister van Nanterre onder nummer 353 534 826.
In andere rechtsgebieden wordt dit document uitgegeven door ondernemingen behorend tot de AXA IM Groep, waaronder AXA IM Benelux nv.

[1] Bron: Who we are | About us | Severn Trent Plc